zaterdag wisselend bewolkt na de boodschappen lees ik dode dichters over levende doden heb ik niets te zeggen ik draag mijn moeders sokken
In 2019 viel Allerzielen op een zaterdag …
zaterdag wisselend bewolkt na de boodschappen lees ik dode dichters over levende doden heb ik niets te zeggen ik draag mijn moeders sokken
In 2019 viel Allerzielen op een zaterdag …
van een afstand keken wij hoe kilte onder haar vleugels kroop wij droegen dekens aan en woorden die wij niet over onze lippen kregen onze lichamen hielden we voor onszelf tegen de winter legden we haar in het vuur
ik keer het land van mijn vader de rug toe en zet koers naar de kust waar mijn moeder haar staart heeft afgelegd en aan land is gekropen daar hoor ik de roep uit de diepte die voor mijn geboorte mijn thuis was ik open mijn mond voor de vloed
daar staat de stichtster van Carthago haar huid, haar kroon, haar mantel gebeeldhouwd door de zon haar macht verblindt ons stervelingen dan zingt ze, vraagt ons niet te treuren wanneer ze dood zal zijn – haar lied raakt aan een oud verdriet – ik speel het filmpje nog eens af
Geen mooiere uitvoering van Dido’s Lament dan die door Jessye Norman. Het filmpje vind je hier.
in Zutphen heeft een man een kind gebeten hij stapte bij een speeltuin van zijn fiets hij zocht een jongen uit en hapte die in zijn schouder met zijn onverzorgd gebit getuigen willen niet met naam en toenaam in de krant niemand heeft het gebeurde echt gezien maar iedereen weet zeker dat de man psychotisch was – de krant noemt hem verward hier waar de Berkel uitmondt in de IJssel is hij verdwenen met zijn fiets het water stroomt als altijd naar het noorden
Bij een bericht in De Gelderlander van 19 juni 2019.
je leerde mij respect voor ieders model van de wereld proficiat met je verjaardag schreef je en ik wens je nog een mooi leven een kippetje eten gaat niet meer denk maar aan mij zoals ik was dank je wel zei ik en ga in vrede en nu als ik een Nissan Qashqai zie denk ik aan je
In memoriam Jan Damen (1944-2018)
je was een goede zwemmer je volgde de man naar zijn eiland hij was een goede man je bouwde een nest en zorgde voor zonen het was een goed nest je bleef het bewonen toen de man er niet meer was je wuifde naar de overkant tot er niets meer was om afscheid van te nemen
in memoriam Riet Goderie 12.12.1926 – 21.03.2019
onschuldig waren we meisjes met witte strikken moeders deden de was en spraken de waarheid onnozel waren we tieners met witte kousen moeders vielen van hun geloof en stopten met baren onervaren waren we maagden met witte lichamen moeders minachtten mannen en maakten ons medeplichtig ontheemd zijn we
een ijsvogel heb ik nooit gezien een egel wel hij leefde nog met in zijn lijf een gapend gat hij trok zich terug in onze schuur en gaf de geest zo vond ik hem maden krioelden over zijn ontbindend lijk ijsvogels eten vis
Bij een gedicht van Hans Faverey met de beginregels: De mooiste vogel, die door ijsvogels / kan worden gemaakt, is zelf // een ijsvogel. // …
In: Gedichten 1962-1990 (2010), p. 654.
de hospita de papegaai de aangenomen zoon waar slapen zij? zij slopen ’s nachts op kousenvoeten de trap op om kleur te bekennen nietsvermoedend kleedde ik mij uit voor het open gordijn daarachter de helderheid